Als een onderneming ten gevolge van een overeenkomst, fusie, of splitsing, overgaat in andere handen, is de vraag of de werknemers van de overgedragen onderneming ook overgaan naar de nieuwe eigenaar. De nieuwe eigenaar zet het bedrijf voort maar de werknemers van de overgenomen onderneming behouden niet automatisch hun baan en inkomen.
Juridisch kader
Wetgeving die betrekking heeft op overgang van onderneming, is gebaseerd op Europese richtlijnen. Deze EU-richtlijnen moeten door lidstaten van de EU omgezet worden in nationaal recht. Bij geschillen wordt de inhoud en bedoeling van de EU-richtlijn ook in de rechterlijke beoordeling betrokken.
Volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie EU heeft de hier toepasselijke richtlijn tot doel ook bij verandering van ondernemer de continuïteit te waarborgen van de in het kader van een bedrijf bestaande arbeidsverhoudingen. Teneinde dit doel van bescherming van de werknemers bij overdracht van hun onderneming tot zijn recht te laten komen, moet het begrip overdracht krachtens overeenkomst in de richtlijn ruim worden uitgelegd. Ook is het vaste rechtspraak dat, voor het antwoord op de vraag of sprake is van een overgang van onderneming in de zin van de Europese richtlijn, beslissend is of de identiteit van de onderneming bewaard blijft, wat met name moet blijken uit de daadwerkelijke voortzetting of de hervatting van de exploitatie ervan. Bij de vaststelling of aan die voorwaarde is voldaan, moet rekening worden gehouden met alle feitelijke omstandigheden die de betreffende transactie kenmerken, waaronder met name de aard van de betrokken onderneming of vestiging, de vraag of materiële activa zoals gebouwen en roerende zaken worden overgedragen, de waarde van de immateriële activa op het tijdstip van de overgang, de vraag of vrijwel al het personeel door de nieuwe ondernemer wordt overgenomen, de vraag of de clientèle wordt overgedragen, de mate waarin de vóór en na de overgang verrichte activiteiten met elkaar overeenkomen en de duur van een eventuele onderbreking van die activiteiten. Die factoren zijn evenwel slechts deelaspecten van het te verrichten volledige onderzoek en mogen daarom niet elk afzonderlijk worden beoordeeld (HvJEU 9 september 2015, Ferreira da Silva e Brito e.a., C-160/14, ECLI:EU:C:2015:565, punt 25 en aldaar aangehaalde rechtspraak). Met inachtneming hiervan beoordeelt de rechter of sprake is van overgang van onderneming.
Waar ging het om; de feitelijke omstandigheden
In het door de Hoge Raad op 24 mei jl. besliste geschil (ECLI:NL:HR:2019:792) ging het om het Aurora Casino op Aruba. Het bedrijf TMRG, dat de exploitatie verzorgde van dit in een hotel gevestigde casino, moest de deuren sluiten. Alle 44 werknemers van TMRG raakten hierop werkloos. Later werd TMRG failliet verklaard. Gedurende een periode van ongeveer 14 maanden stond het oude casino leeg en werd het gerenoveerd. De ruimte waarin het oude casino was gevestigd werd verbouwd, wat leidde tot een aanzienlijke verkleining van het oppervlak van het casino en een vermindering van het aantal speelautomaten. Verder werd het casino in een andere kleur geverfd, kreeg het een andere naam en werd de infrastructuur (leidingen, techniek, automatisering) vernieuwd. Tenslotte werd ook de bedrijfsvoering van het hotel (waarin het casino was gevestigd) gewijzigd. Deze omstandigheden spelen een belangrijke rol in de beslissing van de Hoge Raad. Een nieuwe exploitant (Island Gaming) nam vervolgens het casino over. Zesentwintig voormalige werknemers van TMRG konden aan de slag bij Island Gaming in het vernieuwde casino, waarbij hun werkzaamheden niet verschilden van de werkzaamheden bij TMRG. De overige werkloze ex-TMRG-werknemers vroegen via hun vakbond aan Island Gaming om betaling van salaris vanaf de datum van werkloosheid en voortzetting van hun arbeidsovereenkomst. Zij meenden dat sprake was van overgang van onderneming en dat hun arbeidscontract mee overgegaan was naar Island Gaming.
Wat zegt de Hoge Raad
De Hoge Raad, die uiteindelijk een beslissing moest vellen, moest aan de hand van de standpunten van de werknemers beoordelen of de identiteit van het aan Island Gaming overgedragen casino behouden is gebleven. Het behoud van identiteit van de onderneming is cruciaal voor het antwoord op de vraag of sprake is van overgang van onderneming en hiermee, of de werknemers zijn overgegaan naar Island Gaming. Hierbij houdt de Hoge Raad rekening met alle feitelijke omstandigheden die kenmerkend zijn voor de transactie door Island Gaming in verband met het overgenomen casino. De Hoge Raad overweegt dat het behoud van identiteit van een onderneming met name blijkt uit de daadwerkelijke voortzetting of de hervatting van de exploitatie ervan. Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van identiteitsbehoud moet worden uitgegaan van de identiteit die de oude onderneming feitelijk had. Omdat zowel de in het oude- als het nieuwe casino aangeboden faciliteiten sterke overeenkomsten vertoonden en vertonen met de meeste andere in Aruba in hotels geëxploiteerde casino's, was dit geen aanwijzing voor identiteitsbehoud. De Hoge Raad overweegt ook dat de periode van 14 maanden, gedurende welke geen casinoactiviteiten op de plaats van vestiging zijn uitgeoefend, een factor is die in aanmerking kan worden genomen bij de beoordeling of sprake is geweest van identiteitsbehoud.
Verder overweegt de Hoge Raad dat de overige omstandigheden negatief uitwerken voor de werknemers: de naamswijziging van het casino, wat afdoet aan de gedachte dat het nieuwe casino de voortzetting is van het oude casino; de verkleining van het nieuwe casino ten opzichte van het oude, zowel in oppervlakte als in het aantal speeltafels en slotmachines, en de gewijzigde kleurstelling en de overige wijzigingen. Ook wordt het hotel anders geëxploiteerd, wat ook een verandering van hotelgasten tot gevolg heeft. In zoverre is van continuïteit van het klantenbestand in enige betekenisvolle vorm geen sprake.
Alles bij elkaar overweegt de Hoge Raad dat geen sprake is van overgang van onderneming en dat de achtergebleven werknemers niet zijn overgegaan naar Island Gaming.
De Hoge Raad is de hoogste rechter in Nederland op het gebied van civiel recht, strafrecht en belastingrecht. Hij is dat ook voor Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Saba en Sint Eustatius. De Hoge Raad is geen derde instantie maar cassatierechter. Dat betekent dat de Hoge Raad beoordeelt of de feitenrechter het recht goed heeft uitgelegd en toegepast. Als cassatierechter beantwoordt de Hoge Raad rechtsvragen en draagt zo bij aan de ontwikkeling van het recht en de rechtsbescherming.
Voor meer informatie of advies over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Erik Lichtenveldt (tel: 010-7504475 of e-mail el@thladvocaten.nl).