Een werknemer kan op grond van dringende redenen op staande voet worden ontslagen. Volgens artikel 7:678 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek kunnen dringende redenen onder andere aanwezig worden geacht wanneer de werknemer zich schuldig maakt aan diefstal, waardoor hij het vertrouwen van de werkgever onwaardig wordt. Volgens de jurisprudentie mag hier echter niet uit worden afgeleid dat diefstal per definitie een dringende reden is. De rechter moet in iedere zaak de aard en de ernst van de dringende reden afwegen tegen de persoonlijke omstandigheden van de werknemer. De rechtspraak op dit punt daarom is uitgebreid divers. Onlangs heeft de Hoge Raad daar weer een uitspraak aan toegevoegd.
Feiten
De werknemer was sinds 2002 in dienst bij de Bijenkorf in de functie van 'medewerker logistiek'. De Bijenkorf hield in april 2009 een uitverkoop-actie waarbij onder andere haar personeel vijf artikelen naar keuze kon aanschaffen voor het geringe bedrag van € 10,-- euro. De werknemer maakte van deze gelegenheid gebruik en hij vroeg de volgende dag aan zijn leidinggevende of hij de goederen die onverkocht waren gebleven bij de uitverkoopactie tegen dezelfde prijs mocht overnemen. Zijn leidinggevende weigerde dit. Bij controle bleek vijf dagen later dat werknemer toch een broek en een jas die bij de uitverkoopactie onverkocht waren gebleven had meegenomen, zonder toestemming en zonder daarvoor te hebben betaald. De werknemer werd de volgende dag wegens diefstal op staande voet ontslagen.
De Bijenkorf beklemtoonde dat zij veel waarde hecht aan haar huisregel, die luidt: 'bij het vermoeden van diefstal/fraude door een medewerker, zal altijd een onderzoek worden gedaan en kan de medewerker geschorst worden. Indien bewezen wordt geacht dat er sprake is van fraude/diefstal, volgt altijd ontslag op staande voet en aangifte bij de politie.'
De werknemer riep de nietigheid van het ontslag in en vorderde doorbetaling van zijn loon. Hij erkende de diefstal, maar hij voerde in de procedure aan dat de waarde van de goederen zeer gering was, dat hij jarenlang probleemloos had gefunctioneerd en dat het ontslag voor hem zeer ernstige consequenties had, nu hij alleenverdiener was met twee kinderen.
Kantonrechter en Hof
De kantonrechter heeft de persoonlijke omstandigheden van de werknemer meegewogen en oordeelde dat het ontslag op staande voet niet gerechtvaardigd was en De Bijenkorf veroordeeld tot doorbetaling van het loon.
Het Hof heeft vervolgens de uitspraak van de kantonrechter vernietigd en de vorderingen alsnog afgewezen. Het Hof oordeelde dat de onmiddellijke beëindiging van de dienstbetrekking in de gegeven omstandigheden gerechtvaardigd was. Daarbij oordeelde het Hof dat De Bijenkorf onweersproken had gesteld dat zij als detailhandelorganisatie met een sterk verhoogd diefstalrisico te maken heeft en als gevolg daarvan, mede ter voorkoming van precedenten, genoodzaakt was met strikte procedureregels te werken. De werknemer was bekend met deze regels en deze waren ook herhaaldelijk opnieuw onder de aandacht gebracht. Aldus wist de werknemer dat zijn eigen handelwijze aanleiding had gegeven tot een vertrouwensbreuk met zijn werkgever. Daarbij had de leidinggevende aan de werknemer ook geen toestemming gegeven om de goederen tegen een gereduceerde prijs te kopen. Het Hof oordeelde dat de persoonlijke omstandigheden van de werknemer niet tot een ander oordeel leidden.
Hoge Raad
De Hoge Raad is in zijn arrest kort van stof en oordeelt dat het oordeel van het Hof (inhoudende dat in het onderhavige geval de aan het ontslag ten grondslag gelegde redenen dit ontslag kunnen dragen) op een juiste rechtsopvatting berust en alleszins begrijpelijk is. Datzelfde geldt volgens de Hoge Raad voor het oordeel van het Hof dat de gevolgen die dit ontslag voor de werknemer had, niet konden afdoen aan de gerechtvaardigheid daarvan.
Tenslotte
Een werkgever die wil optreden tegen stelende werknemers, kan lering trekken uit het arrest van de Hoge Raad. Het hanteren van een voor de werknemers kenbaar beleid waarin diefstal niet wordt geaccepteerd en het consequent handhaven daarvan, is van belang. Werknemers die zich in strijd met dat beleid toch schuldig maken aan diefstal zullen op weinig begrip van de rechter kunnen rekenen. Bij het opstellen en implementeren van een dergelijk beleid kunnen wij u uiteraard van dienst zijn.
Voor meer informatie of advies over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Ariane Romijn van de sectie Arbeidsrecht (tel: 010-7504475 of e-mail ar@thladvocaten.nl)