Na de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) komt de volgende verandering in het arbeidsrecht er al weer aan met de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB). Per 1 januari 2020 worden de wijzigingen van kracht. Hoog tijd om de belangrijkste wijzigingen op een rijtje te zetten.
Ketenregeling wordt verruimd
De ketenregeling wordt verruimd. Bij invoering van de regeling werd het mogelijk gemaakt om drie arbeidsovereenkomsten aan te gaan met een gezamenlijke duur van maximaal drie jaar en een nieuwe keten te beginnen na een tussenpoos van drie maanden (3x3x3).
Met de invoering van de WWZ is de ketenregeling ingeperkt. Het is nu mogelijk om drie arbeidsovereenkomsten aan te gaan met een gezamenlijke duur van maximaal twee jaar en een nieuwe keten begint pas te lopen na een tussenpoos van zes maanden (3x2x6).
Met de invoering van de WAB wordt de termijn van twee jaar verlengd naar drie jaar. Wel moet er nog steeds zes maanden worden gewacht tot er een nieuwe keten mag worden gestart (3x3x6). De tussenpoos van zes maanden kan echter bij cao worden verkort tot drie maanden bij tijdelijk en terugkerend werk dat maximaal negen maanden per jaar kan worden gedaan. Voor invalkrachten in het basisonderwijs geldt de regeling niet.
Cumulatie van ontslaggronden wordt mogelijk
De wet kent sinds de WWZ een limitatief aantal ontslaggronden. Alleen als aan één van die ontslaggronden volledig wordt voldaan, kan een werknemer worden ontslagen. Dit stelsel bleek in de praktijk tot problemen te leiden, nu het vaak zo is dat er sprake is van aanwezigheid van meerdere ontslaggronden, die alle op zich echter 'onvoldragen' zijn. Het meest sprekende voorbeeld is de werknemer die disfunctioneert en met wie de arbeidsverhouding verstoord is. Als deze gronden op zichzelf staand niet genoeg zijn, maar de combinatie wel, kan de rechter toch toestemming verlenen tot ontslag. Daar kan wel een prijskaartje aan hangen. De rechter kan namelijk een extra vergoeding van maximaal een halve transitievergoeding toekennen.
Transitievergoeding lager, maar wel verschuldigd vanaf dag 1
De wachttijd van twee jaar komt te vervallen. De transitievergoeding is verschuldigd vanaf dag één van de arbeidsovereenkomst en wordt pro rata, naar de duur van het dienstverband, berekend.
De hoogte van de transitievergoeding blijft 1/3 maand per gewerkt dienstjaar.
De uitzonderingen, met name de verhoging na 10 dienstjaren, komen te vervallen.
Positie oproepkrachten versterkt
Per 1 januari 2020 geldt voor alle oproepcontracten dat een oproep minimaal drie uur moet behelzen. Bovendien moet de werkgever de oproepkracht tenminste 4 dagen vantevoren oproepen. Doet de werkgever dat later, dan is de werknemer niet verplicht om op te komen dagen. Trekt de werkgever de
oproep korter dan vier dagen vantevoren weer in, dan moet hij toch het loon betalen dat de oproepkracht zou hebben verdiend als hij wel was komen werken.
Verder wordt de werkgever verplicht om de oproepkracht na twaalf maanden (als de arbeidsomvang dan nog niet is vastgelegd) een arbeidsovereenkomst aan te bieden met een arbeidsomvang van ten minste het gemiddeld aantal uren in de voorafgaande twaalf maanden.
WW-premie gedifferentieerd naar vast of tijdelijk contract
De hoogte van de WW-premie voor werkgevers wordt afhankelijk van de aard van het dienstverband. Deze wordt lager voor vaste dienstverbanden en hoger voor tijdelijke dienstverbanden.
Payrollmedewerkers
Met de invoering van de WAB krijgen payrollmedewerkers recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als werknemers in loondienst van de werkgever.
Voor meer informatie of advies over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Erik Lichtenveldt (tel: 010-7504475 of e-mail el@thladvocaten.nl).