Op 1 oktober 2010 is de Wet Kraken en Leegstand van kracht geworden. Doel van deze wet is om zowel kraken als leegstand te bestrijden. Dat is gebeurd door kraken strafbaar te stellen en door de gemeenten extra wettelijke mogelijkheden te geven om leegstand van kantoorpanden te bestrijden.
Met de Wet Kraken en Leegstand hebben gemeenten de mogelijkheid gekregen een Leegstandverordening vast te stellen die de volgende drie onderdelen kan bevatten (gemeenten mogen dus bepalen op welke manier zij van het door de wetgever geboden instrumentarium gebruik maken):
Inmiddels is anderhalf jaar verstreken sinds de inwerkingtreding van deze wet. Bij brief van 29 maart 2012 heeft Minister Spies van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties de Tweede Kamer geïnformeerd in hoeverre gemeenten de wet hebben aangegrepen om het leegstandbeleid te ontwikkelen. De onderzoekresultaten zijn neergelegd in het eindrapport 'RIGO: één jaar Wet kraken en leegstand, 41 gemeenten over de nieuwe wet', dat is opgesteld na het telefonisch interviewen van ambtenaren van 41 gemeenten. Deze gemeenten zijn niet willekeurig gekozen. Het onderzoeksbureau heeft gemeenten die relatief veel (kantoren)leegstand hebben, zoals Capelle aan den IJssel (bijvoorbeeld bedrijvenpark Rivium en Alexandrium) en Leidschendam-Voorburg, meegenomen in het onderzoek.
Uit het onderzoek is gebleken dat op dit moment slechts drie gemeenten een Leegstandverordening hebben: Amsterdam, Brunssum en Tilburg. Deze verordeningen bevatten alle onderdelen die de Wet Kraken en Leegstand biedt namelijk de leegstandmelding, het leegstandoverleg, de leegstandbeschikking, de verplichte voordracht en boetes. De Leegstandverordening wordt door deze gemeenten beschouwd als een pilot, omdat de praktijk duidelijk zou moeten maken hoe dit nieuwe instrument uiteindelijk werkt.
Uit het onderzoeksrapport blijkt verder dat 30 van de 41 gemeenten die bij het onderzoek zijn betrokken geen gebruik maken van de mogelijkheid die zij hebben gekregen in de Wet Kraken en Leegstand, maar wél actief beleid voeren dat erop is gericht leegstand tegen te gaan en te voorkomen. De Wet Kraken en Leegstand is voor deze gemeenten een aanleiding geweest om het bestaande beleid te heroverwegen. Aan het onderzoeksbureau hebben de meeste gemeenten aangegeven dat zij een goed zicht hebben op de leegstand, maar dat zij de leegstand in de eerste plaats een verantwoordelijkheid vinden van de eigenaren en pas in de tweede plaats van de gemeenten.
Het leegstandbeleid verschilt per gemeente, maar veel voorkomende onderdelen zijn: terughoudend omgaan met het uitgiftebeleid (inhoudende dat er nog maar op enkele aangewezen locaties kantoren mogen verschijnen), het hanteren van de zogenaamde SER-ladder (inhoudende dat er pas wordt overgegaan tot nieuwe uitgifte nadat mogelijkheden binnen de bestaande (leegstaande) voorraad zijn onderzocht), transformatie of herbestemming (waarbij het doel is om leegstaande kantoorpanden of bedrijfsruimten te transformeren en/of een nieuwe bestemming zoals studentenhuizen te geven). Uit het onderzoek blijkt ook dat onder deze 30 gemeenten de bestrijding van leegstand niet op zichzelf staat, maar onderdeel uitmaakt van de bredere aanpak (ruimtelijk en/of economisch beleid). Gemeenten geven de voorkeur aan het samenwerken op vrijwillige basis met eigenaren van kantoorpanden boven gedwongen overleg op grond van de Wet Kraken en Leegstand.
Van de 41 gemeenten die onderdeel uitmaakten van het onderzoek zijn er slecht 8 die geen beleid hebben dat is gericht op het tegengaan van leegstand van kantoorpanden. Volgens de ambtenaren van deze gemeenten is er sprake van beperkte leegstand die nauwelijks negatieve consequenties heeft en om deze reden voeren zij geen beleid.
De conclusie van het onderzoek is dat de invoering van de Wet Kraken en Leegstand niet onopgemerkt voorbij is gegaan. Alhoewel slechts drie gemeenten een Leegstandverordening hebben ingevoerd, hebben meerdere gemeenten het beleid heroverwogen. Wel zijn de gemeenten het erover eens dat de Wet Kraken en Leegstand niet de oplossing biedt voor de leegstandsproblematiek, maar dat wat hen betreft de 'sleutel' ligt bij vastgoedeigenaren. De Leegstandverordening wordt door de gemeenten gezien als een 'stok achter de deur'.
Voor meer informatie of advies over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Ariane Romijn
(tel: 010-7504475 of e-mail ariane.romijn@thladvocaten.nl)