Nieuws-detail -

Overlast van huisdieren

21 juni 2013 - Vastgoedrecht nieuws


Het houden van huisdieren wordt als normaal beschouwd. Blaffende honden, uitwerpselen in tuinen en stankoverlast kunnen de nadelige gevolgen zijn van een buurman of huurder die huisdieren houdt. Wat is acceptabel en wat hebben buren van elkaar te tolereren als het gaat om overlast van huisdieren. En: waar ligt de grens als het gaat om het houden van dieren. Kun je wel een pony in de tuin houden of in je woning een hondenkennel exploiteren? Wat mag je van elkaar verwachten en verlangen?




Uitgangspunten

De algemene norm is dat huurders, danwel buren geen overlast mogen veroorzaken. De wet omschrijft dit voor huurders als een verplichting zich als goed huurder te gedragen. Verder zal in het geval van een schriftelijke huurovereenkomst ongetwijfeld een beding in de algemene voorwaarden zijn opgenomen over het houden van huisdieren. Een algeheel huisdierenverbod zal in de regel worden aangemerkt als een onredelijk bezwarend beding wanneer sprake is van een normale woonsituatie.

Rechtspraak

Dat buren overlast van huisdieren ervaren komt helaas vaker voor. Hierover is dus vaker geprocedeerd. Rechters kijken naar de volgende omstandigheden:
- Hetgeen partijen zijn overeengekomen (algemene huurvoorwaarden / huishoudelijk reglement);
- Het aantal dieren in verhouding tot de grootte van de woning / tuin;
- De pogingen die zijn ondernomen om in der minne een oplossing te bereiken;
- De ernst van de overlast(klachten);
- De duur van de overlast;
- De tijd die een huisdiereigenaar heeft om voor zijn dieren te zorgen.

Uit de uitspraken hierna blijkt welke vorderingen mogelijk zijn.

Rechtbank Leeuwarden 12 mei 2010

Situatie: geschil tussen twee eigenaren van naast elkaar gelegen woningen met betrekking tot (stank) overlast van achttien katten.
Vordering: de ene eigenaar vordert opheffing van de hinder/overlast in de zin dat het aantal katten teruggebracht dient te worden tot twee, of een ander door de rechtbank te bepalen aantal.
Rechter: Het al dan niet hebben van huisdieren is een privé-aangelegenheid, evenals de beslissing omtrent het aantal huisdieren dat een persoon in huis neemt. In dit geval bevat de APV van de gemeente waarin partijen woonachtig zijn geen bepaling waarin een maximum wordt gesteld aan het aantal te houden huisdieren. Het kan echter voorkomen dat de beslissing om een groot aantal dieren in huis te nemen niet langer slechts een privékwestie is, namelijk op het moment dat het hebben van huisdieren door de één ernstige overlast veroorzaakt bij een ander of anderen.
Properheid is tot op zekere hoogte subjectief, maar er zijn wel enige objectiveerbare maatstaven voor aan te leggen.
In dit oordeel betrekt de rechtbank de oppervlakte van de woning en de tuin van de kattenhouder, de omstandigheid dat zijn woning en die van de buurman in een dichtbebouwde woonwijk staan en de ruimte die de kattenhouder heeft om kattenbakken te plaatsen en bij te houden, zowel fysiek als in tijd. De rechtbank acht het redelijk om in dit geval het aantal katten tot drie te beperken. Omdat de rechtbank het maximum aantal katten blijvend op drie stelt, op straffe van een dwangsom, heeft de rechtbank de kattenhouder daarnaast veroordeeld om de overblijvende katten te laten steriliseren of castreren, eveneens op straffe van een dwangsom. De rechtbank geeft de kattenhouder vervolgens een termijn van vier maanden om een nieuw tehuis voor de andere katten te vinden.

Voorzieningenrechter rechtbank Breda 15 april 2008

Situatie: een appartementencomplex waar de kopers gebonden zijn aan het huishoudelijk reglement dat het houden van huisdieren verbiedt.
Vordering: de VvE vordert dat een eigenaar zijn hond uit de woning verwijdert op straffe van een dwangsom.
Rechter: Weliswaar bezit de VvE de bevoegdheid om bij huishoudelijk reglement regels te stellen ter zake het gebruik van de privé-gedeelten van het appartementencomplex, maar die bevoegdheid vindt zijn begrenzing in de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer ex artikel 8 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Een algeheel verbod tot het houden van huisdieren is in zijn algemeenheid ingrijpend, maar toelaatbaar indien het noodzakelijk is ter bescherming van het leef- en woongenot van de bewoners van het appartementencomplex. Dit is de resultante van een belangenafweging.
Tip: wilt u meer weten over overlast binnen de VvE, lees dan een eerder op deze website gepubliceerd artikel (2 mei 2012).

Rechtbank Den Haag 18 december 2006

Situatie: een huurster houdt een pony in haar tuin
Vordering: verwijdering van de pony
De rechter: Een paard in de achtertuin, mits aangelijnd, moet kunnen. De verhuurder kon niet bewijzen dat er sprake was van structurele en ontoelaatbare overlast en de tuin werd groot genoeg geacht.
Wat mij betreft is dit wel een exotische uitspraak en is zeer wel verdedigbaar dat een pony niet tot de categorie huisdieren behoort, maar tot (klein)vee.

Hof Arnhem augustus 2004

Situatie: een bewoner van een woonzorgcentrum houdt een hond, hetgeen volgens het reglement is toegestaan.
Vordering: verwijdering van de hond omdat deze blaft en af en toe hapt of bijt.
De rechter: Het hof stelt voorop dat de bewoner, mede gelet op het geldende huisdierenreglement, de mogelijkheid moet hebben een hond te houden. Dat brengt mee dat medebewoners en medewerkers van het woonzorgcentrum moeten tolereren dat zij van tijd tot tijd geblaf horen. Ook als de hond een enkele keer hapt of bijt, hoeft dat niet onmiddellijk tot uitplaatsing te leiden. Wel kan een dergelijk incident aanleiding zijn beschermende maatregelen te nemen. Pas als daaraan niet de hand wordt gehouden en de hond opnieuw bijt of hapt, kan de instelling erop aanspraak maken dat de hond elders wordt ondergebracht.
De rechter verplicht dan ook de bewoner ervoor te zorgen dat zijn hond, zonder dat hij daarbij de hulp van een medewerker van het woonzorgcentrum behoeft, is aangelijnd en gemuilkorfd iedere dag van 8.00 tot 20.00 uur en op alle andere tijdstippen waarop de toegangsdeur tot zijn woongedeelte is geopend en / of hij zich, al dan niet met zijn hond, buiten zijn woongedeelte ophoud. Wanneer de bewoner zich niet aan deze verplichting houdt is het woonzorgcentrum gemachtigd de hond uit de woning van de bewoner te verwijderen.

Kantonrechter Arnhem 3 maart 2003,

Door het houden van vier honden met gemiddeld één nest per jaar handelen de huurders in strijd met de bestemming woonruimte.

Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem 3 maart 2003

Door het houden van vier rashonden met een nest van gemiddeld één keer per jaar handelt huurder in strijd met de bestemming. Op grond van het aantal honden wordt aangenomen dat sprake is van onduldbare geluidsoverlast.

Heeft u ook een geschil over huisdierenoverlast en wilt u deze situatie voorleggen? Neemt u dan contact op met Renate van der Hoeff, 010- 7504475 of rh@thladvocaten.nl

Deel dit artikel:

De sharefunctionaliteit is niet beschikbaar omdat de cookies zijn uitgeschakeld. Kunnen cookies weer worden geactiveerd?

Terug naar vorige pagina
Wij gebruiken cookies om de ervaring op onze website te verbeteren, statistieken bij te houden en je toegang te geven tot onze social media.
Door gebruik te maken van deze website of door op akkoord te drukken, ga je akkoord met ons cookiebeleid. Je kan cookies ook niet accepteren.